BRUNSSUM – Er hebben al heel wat werkzaamheden plaatsgevonden op de Brunssummerheide, dit alles ter voorbereiding van de aanleg van een 50 meter breed ecoduct over de N299. Dit ecoduct zal straks een natuurlijke verbinding vormen tussen de Brunssummerheide en het noordelijk gelegen natuurgebied Brandenberg, richting de Teverenerheide.
Deze robuuste verbinding is naast de tientallen andere faunapassages op het tracé, noodzakelijk om te voorkomen dat de Buitenring een versnipperende werking heeft op de natuurlijke omgeving. Dit ecoduct is niet alleen bedoeld voor de das en het ree maar ook voor de kleinere soorten zoals de boom- en steenmarter, reptielen en amfibieën die rijkelijk in de omgeving voorkomen en zelfs insecten die een bijdrage leveren aan de regionale biodiversiteit. Maar voordat het zover is dat de eerste dieren er overheen kunnen, moet er wel het een en ander gebeuren.
In februari is gestart met het grondwerk om ruimte te maken voor de aanleg van de grootste faunapassage van de Buitenring. Nadat er voldoende ‘speelveld’ is gecreëerd aan weerszijden van de toekomstige Buitenring is de gewapende grond aangebracht en zijn vervolgens beide landhoofden gemaakt. Eind juni wordt het tussensteunpunt opgebouwd wat bestaat uit 20 pijlers. Vervolgens worden in september de prefab liggers geplaatst. Gezien de afmetingen van het kunstwerk betreft dit een aanzienlijk aantal van 84 stuks, elk met een lengte van 12 meter. Tot het eind van dit jaar is men vervolgens bezig met het afronden van de bouw inclusief het aanbrengen van het grondpakket en het plaatsen van een afscherming bovenop het ecoduct. Op deze wijze wordt verstoring van passerende dieren door licht en geluid van de weg, bovenop het ecoduct voorkomen.
In Nederland zijn op diverse locaties ecoducten aangelegd om dieren de mogelijkheid te geven zich door het landschap te bewegen en daarmee een genetische materiaal te verspreiden. Dikwijls wordt de vraag gesteld of een ecoduct ook werkt. Recent onderzoek bij de natuurbrug Zwaluwenberg (A27) laat zien dat veel soorten al gebruik maken van de ecoducten om zich van de een naar de andere kant van een weg te begeven. Gelijke voorbeelden zijn te vinden bij passages over de A12. Een belangrijke factor voor het functioneren van een ecoduct is naast de gedegen afmetingen, de natuurlijke inrichting van het ecoduct zelf en het aanloopgebied en de samenhang met de omgeving. Aspecten als dekking, geleiding, ‘passende’ beplanting en voor waterminnende soorten, de aanwezigheid van poelen is hierbij van groot belang. Voor het ecoduct over de N299 is hiervoor een uitgebreide studie gedaan, waarbij tal van ecologische aspecten zijn meegenomen in het ontwerp en de inrichting. De periode vanaf januari 2016 tot april 2017 zal worden benut om het ecoduct en de aansluiting naar de omgeving in te passen in het landschap. Dit zal tevens de start zijn voor de natuur om gebruik te gaan maken van dit hoogstandje in natuurtechniek.
Bron: www.buitenringparkstad.nl