MAASTRCHT/PARKSTAD – Provinciale Staten sprak voor de 3e keer binnen 1 jaar over de Buitenring Parkstad Limburg. Gezien de ontstane situatie door een uitspraak van de Raad van State was het aan Provinciale Staten om een besluit te nemen op de vraag ‘hoe nu verder’. Na een intensief debat besloot het Limburgs Parlement voor het scenario waarbij verzocht zal worden tot een (gedeeltelijke) opheffing van de schorsing zodat in september 2013 gestart kan worden met de werkzaamheden en het tracé in het eerste kwartaal van 2017 opengesteld kan worden. De investering blijft met deze keuze binnen het taakstellend budget van € 441,05 miljoen.
Ontstane situatie Buitenring
Op 29 juni 2012 stelde het Limburgs Parlement het Provinciaal Inpassingsplan voor de Buitenring Parkstad Limburg opnieuw vast.
Op 12 oktober 2012 nam het Limburgs Parlement het besluit om het projectbudget voor de voorbereiding en de realisatie van de Buitenring vast te stellen op een bedrag van € 441,05 miljoen. De bijdrage van de Provincie daarin bedraagt € 267,09 miljoen.
Recent, op 24 mei 2013 maakte de Raad van State kenbaar dat zij de uitspraak over het Provinciaal Inpassingsplan voor de Buitenring aanhoudt. De reden hiervoor is dat de Raad van State de antwoorden op de prejudiciële vragen (rechtsvragen van een rechter aan een hoger gerecht) aan het Hof van Justitie van de Europese Unie inzake het tracébesluit A2 ‘s-Hertogenbosch – Eindhoven, wenst af te wachten.
De Raad van State wil in die zaak van het Hof uitleg over de Europese Habitatrichtlijn en verwacht dat die uitleg ook van belang is voor haar beoordeling inzake de Buitenring.
Als gevolg van de uitspraak van de Raad van State zal de openstelling van de Buitenring op 1 januari 2016 niet meer haalbaar zijn en kan de Buitenring op zijn vroegst pas in het eerste kwartaal van 2017 open, hetgeen leidt tot een noodzakelijke wijziging van de scope van de Buitenring Parkstad Limburg. Aan Provinciale Staten werden 3 scenario’s voorgelegd, waarin de consequenties van deze mededeling in tijd, geld en kwaliteit inzichtelijk werden gemaakt.
De scenario’s vervolgprocedure Buitenring
De scenario’s hielden in:
A
Een verzoek indienen bij de Raad van State tot een (gedeeltelijke) opheffing van de schorsing. In dit scenario wordt – na een positief besluit van de Raad van State – in het vierde kwartaal 2013 gestart met het werk en kan het tracé in het eerste kwartaal 2017 opengesteld worden. De investering blijft dan binnen het taakstellend budget van € 441,05 miljoen.
B
De uitspraak van de Raad van State in de bodemprocedure afwachten, naar verwachting derde kwartaal 2014, waarna in het eerste kwartaal 2015 gestart kan worden met de bouw en de Buitenring eind 2017 in gebruik kan worden genomen. Dit scenario leidt tot een overschrijding van het taakstellend budget van € 8,5 miljoen en een dekkingstekort van € 4,9 miljoen.
C
Heroverwegen (beëindigen) van het project. Ontbinding van het project leidt tot verlies ter grootte van gemaakte kosten van circa € 178 miljoen. Een verwachte opbrengst door de verkoop van aangekochte grond en/of opstallen van circa. € 35-€40 miljoen is hierin niet meegenomen.
Besluitvorming
Ook voorafgaand aan dit debat werd, net zoals dat al gebeurde in de voorbereidende commissievergadering, gebruik gemaakt van het spreekrecht. Niet alleen door omwonenden, maar er werd ook ingesproken namens het Bewonerscomité Amstenrade, Ondernemend Parkstad Limburg en namens Actiecomité ’t Höfke.
Bij de beraadslagingen werden naast diverse schriftelijke reacties van belangengroeperingen ook de reacties van diverse Parkstadgemeenten betrokken.
Tijdens het debat werd er door de heer Rewinkel c.s. een amendement ingediend met als doel het scenario C niet ‘heroverwegen’ te noemen maar ‘beëindiging project’ en een scenario D toe te voegen, te weten ‘het opnieuw op details bezien van het project’. Dit amendement werd verworpen.
Uiteindelijk, na een vergadering van 5½ uur koos het Limburgs Parlement voor scenario A.