WAGENINGEN / LANDGRAAF – De wilde kat is in Nederland in opmars vanuit het zuiden van het land. In Zuid-Limburg leeft een kleine populatie en ook in Brabant zijn de afgelopen jaren de eerste waarnemingen gedaan. Maar hoe herken je een wilde kat? Waar moet je op letten? En wat als je denkt een wilde kat gezien te hebben? Een aantal kenmerken en verschillen met een huiskat helpen je verder.
Verwilderde huiskatten zijn geen wilde katten, ook al lijken cyperse katten qua vacht op wilde katten. De wilde kat is een eigen soort, die wel verre familie van onze huiskat is. De wilde kat kwam zelfs al lang vóór de huiskat in Nederland voor. Lang was de wilde kat weg, maar de wilde kat is helemaal terug.
Een wilde kat is grijs, bruin of soms rossig, met een donkere tekening, die op de flanken meestal wat vager is. De staart is dik, met drie tot vijf zwarte ringen, en eindigt in een stompe zwarte punt. Over de rug loopt een zwarte streep, de aalstreep, die eindigt vóór de staart. Sommige huiskatten hebben ook een aalstreep, maar deze loopt vrijwel altijd door over de staart. Daarnaast heeft een wilde kat vier duidelijke nekstrepen en twee schouderstrepen. Ook de licht vleeskleurige neus is een kenmerk van wilde kat. Tenslotte zijn de voetzolen van een wilde kat alleen bij de tenen zwart of donker gekleurd (het deel dat de grond raakt als de kat loopt). Bij een huiskat is de hele voetzool zwart of donker gekleurd. Naast deze uiterlijke kenmerken zijn onder meer darmlengte en schedelvorm onderscheidend, maar dat is in het veld natuurlijk niet zichtbaar. Het blijft moeilijk om in het veld een wilde kat te onderscheiden van een cyperse huiskat, of een kruising tussen een wilde kat en een huiskat. Vaak kan alleen DNA-onderzoek echt uitsluitsel bieden.
Bron: NatureToday