LANDGRAAF – Dit weekend hebben al bijna 45.000 mensen in ruim 35.000 tuinen vogels geteld voor de Nationale Tuinvogeltelling. Het grootste citizen science evenement van Nederland wordt jaarlijks georganiseerd door Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland. In totaal waren er zondagmiddag 775.584 vogels geteld. Ook dit jaar staat de huismus op één, net als in voorgaande jaren. De spreeuw belandt nipt op de 10e plaats. Door het zachte winterweer van de afgelopen maanden zijn er een recordaantal tjiftjaffen gezien.
Ook dit jaar is de huismus opnieuw de meest getelde vogel in de Nederlandse tuinen. De reden dat deze vogel op één staat is omdat een huismus in grote groepen leeft. In de telling is goed terug te zien dat het aantal huismussen in de grote steden is afgenomen. In Den Haag eindigt de huismus op de 12e plaats, in Rotterdam en Amsterdam op de 2e plaats. In de top 10 eindigt de koolmees op de 2e plaats, gevolgd door de merel. De merel is de vogel die in de meeste tuinen is gezien, koolmees en roodborst eindigen op de 2e en 3e plek.
Spreeuw nipt op tien
De spreeuw eindigt dit jaar op het nippertje op de 10e plaats. De afgelopen jaren zien we het aantal getelde spreeuwen tijdens de Tuinvogeltelling afnemen. Dat beeld komt overeen met andere onderzoek: de afgelopen 30 jaar is het aantal spreeuwen met 60% afgenomen. Door het zachte winterweer van de afgelopen maanden zijn er dit jaar tijdens de Tuinvogeltelling is er een recordaantal tjiftjaffen gezien. De tjiftjaf zakt bij kouder weer af naar het Zuiden van Europa, maar uit de telling blijkt dat een groot deel dit jaar de winter in de Nederlandse tuinen door brengt. Dit jaar waren er ook diverse bijzondere vogels in de tuinen te zien, zoals een Siberische braamsluiper, langstaartroodmus en Oosterse Tortel.