In de Heuvellandgemeenten Gulpen-Wittem, Eijsden-Margraten, Vaals, Simpelveld en Valkenburg worden de komende weken meer dan zestig waterbiotopen ‘zomerklaar gemaakt’ voor het ernstig bedreigde geelbuikvuurpadje.
Leden van het platform Geelbuikvuurpad gaan daarbij over tot het graven van sleuven in de nabijheid van waterpoelen. Ook worden er ‘karrensporen’ gemaakt waar de eitjes van het exotisch uitziend padje snel en voorspoedig tot ontwikkeling kunnen komen. In zes weken tijd evolueren de eitjes tot kruipende landdiertjes. Het vijf centimeter grote padje dankt zijn naam aan de unieke kleurvlekken aan de onderzijde. Het voorkomen van de geelbuikvuurpad is beperkt tot nog enkele leefgebieden en komt uitsluitend voor in uiterste zuiden van ons land.
De warmteminnende pad heeft een bijzondere levenswijze. Nadat de pad in het voorjaar zijn vorstvrije, ondergrondse overwinteringsplekken in de bossen en groeves heeft verlaten, zwerft het dier een aantal weken door het kleinschalig landschap. Ze gaan daarna op zoek naar water en soortgenoten waarmee ze zich voortplanten. Voor de ontwikkeling van de eitjes hebben ze water nodig. Het is een echte liefhebber van warm water en ze leggen dan ook een voorkeur aan de dag voor wateren met een lage waterstand. Poelen die het hele jaar water bevatten worden dan ook gemeden.
In het verleden toen het dier nog overal in het kleinschalig landschap van het Heuvelland voorkwam, konden overal in karrensporen en plassen langs de onverharde wegen en op moerassige perceeltjes eitjes worden aangetroffen. Na enkele forse regenbuien was het al snel een ideaal landschap voor de pad. Onverharde paadjes en veldwegen zijn er echter niet zo veel meer. Ook de intensivering van het landgebruik, de ontwatering en het dempen van poelen en verharden van veldwegen en bospaden funest geweest voor de voortplantingsgebieden van het padje.
Het gevolg hiervan was dat in het begin van deze eeuw de pad bijna uitgestorven was. Toen kwam het dier nog maar in vijf biotopen voor. Op de ‘beste plek’ werden toen nog slechts veertig dieren geteld.
Rond de eeuwwisseling werd op initiatief van RAVON, bureau Natuurbalans en de stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg, IKL een platform van vrijwilligers opgericht dat zich is gaan inzetten voor de leefgebieden van de bedreigde geelbuikvuurpad en vroedmeesterpad. De kennis en de ervaring van onderzoekers, terreinbeheerders en vrijwilligers wordt daarbij intensief gedeeld.
Bovendien steken buurtbewoners, grondeigenaren en specialisten elk jaar weer de handen uit de mouwen voor het beheer en onderhoud van de leefgebieden.
En hoe gaat het met de aantallen? Er is, mede door de herintroductie van het dier in een aantal open kalksteengroeven sprake van een voorzichtig herstel. In 2012 kwam het aantal volwassen dieren geschat op vierhonderd.
Het werk aan de kraamkamers voor de geelbuikvuurpadden in Eijsden-Margraten, Valkenburg aan de Geul, Vaals, Simpelveld en Gulpen-Wittem vindt in de komende weken plaats.