BEEK – Op 23 maart werd onder grote belangstelling het bereiken van het hoogste punt bij de Oude Pastorie tussen Beek en Neerbeek gevierd. De Oude Pastorie wordt gerestaureerd en op basis van oude tekeningen en opgegraven fundamenten deels herbouwd. Daarmee wordt een bijzonder stuk Beekse geschiedenis weer beleefbaar voor het publiek.
Het gebouw met de omringende tuin wordt de ontvangstlocatie van Het Limburgs Landschap waar de recreanten gastvrij ontvangen gaan worden voor ze gaan wandelen en natuurlijk ook na een lekker wandeling of fietstocht door het fraaie landschap richting Vrouwenbos en Spaubeek.
Ooit lag hier een groot landbouwcomplex en omgracht bestuurlijk centrum van de ridderlijke Duitse Orde. Uiteindelijk bleef van het grote complex een pastoorswoning over met een eigen boerenbedrijfje. Dit complex verviel vorige eeuw tot een kleine schuur. Kunstschilder Ton Vrancken (foto) schilderde dit oude complex. Een kopie van dat schilderij werd afgelopen week door hem overhandigd aan Het Limburgs Landschap. Het krijgt een plek in het gebouw.
Gedeputeerde onthult bouwbord
Het Limburgs Landschap kocht met steun van de gemeente Beek het complex. Niet alleen het gebouw wordt hersteld, ook de grachten en de binnentuin worden hersteld. Door een kleurrijk bouwbord krijgen voorbijgangers nu al een beeld van hoe het monumentale complex er gaat uitzien. Bij het plaatsen van de meiboom en het uitreiken van het bijbehorende ’’pannenbier’’ gaf Gedeputeerde Patrick van der Broeck aan hoe belangrijk monumenten zijn voor de identiteit van Limburg. Door dit type projecten blijft ook het restauratievakmanschap behouden. Dat zijn redenen waarom de provincie ook bijdraagt aan deze restauratie.
Gastvrij
Na de restauratie wordt het gebouw ingericht als informatiepunt gecombineerd met daghoreca. De natuurontdektuin wordt voor de gasten toegankelijk. Het speciale horecateam van het ernaast gelegen Sportlandgoed de Haamen gaat de Oude Pastorie mee exploiteren. Deze zomer moeten de eerste gasten ontvangen kunnen worden.
Foto: Stichting het Limburgs Landschap, Henk Heijligers