MAASTRICHT – Nederlanders worden steeds ouder. Maar Limburgers leven gemiddeld een jaar korter dan andere Nederlanders. Op verzoek van Provinciale Staten van Limburg heeft de GGD Zuid-Limburg onderzocht hoe dat komt. Naast leefstijl en leefomgeving zijn vooral opvoeding, opleiding en het hebben van werk van invloed op een goede gezondheid. Nu dit voor het eerst op een rijtje is gezet, is duidelijker dan ooit dat het inhalen van de achterstand alleen mogelijk is als iedereen bijdraagt aan een gezonder Limburg.
Er is volgens de GGD niet één oorzaak aan te wijzen maar men denkt wel dat – naast een ongezondere leefstijl – de lage opleiding van de Limburger een belangrijke verklaring is. Het advies is dan ook om onder meer te investeren in onderwijsvernieuwing. Daarnaast zijn alle partners uit het veld van zorg, onderwijs en arbeid aan zet. Zo zou het aanbieden van extra opvoedondersteuning aan alle jonge ouders zinvol kunnen zijn. Thema’s als een positieve opvoedingsstijl, zelfbeheersing, weerbaarheid, gezonde leefstijl, vriendschap en sociale binding staan centraal en vragen om inzet en deskundigheid van partners in de hiervoor genoemde werkvelden. Maar ook de samenwerking met wijken, scholen of verenigingsleven, waar spontane initiatieven ontstaan, moet gestimuleerd worden om zo bij te dragen aan het versterken van de sociale cohesie.
Het advies is van professor dr. ir. Maria Jansen van de Universiteit Maastricht, die voor de GGD-Zuid-Limburg werkt. Jansen is bijzonder hoogleraar populatiegericht gezondheidsbeleid. Zij heeft 16 Limburgse experts uit verschillende werkvelden geïnterviewd en verrichtte literatuurstudie waarbij tien factoren in onderlinge samenhang met gezondheid zijn bekeken: onderwijs, werk, Limburgs verleden, cultuur, sociale cohesie, leefstijl, sociaal-economische situatie, zorggebruik, krimp en milieu.
Al tientallen jaren sterven Limburgers een jaar eerder en hebben ze eerder en langer last van kwalen dan de gemiddelde Nederlander. Limburgers gaan dan ook vaker naar een huisarts, het ziekenhuis, verpleeg- of verzorgingshuis en krijgen vaker hulp in de huishouding. Via een unaniem aangenomen voorstel van de PvdA wil het Limburgs Parlement nu inzicht in de oorzaak hiervan. Het advies van de GDD wordt op 18 september dan ook door het provinciebestuur besproken.
Lager opgeleiden ongezonder
De GGD constateert dat met name de oudere Limburger weinig opleiding heeft. Lager opgeleide mensen leven gemiddeld zeven jaar korter, krijgen vijftien jaar eerder te maken met lichamelijke beperkingen, hebben minder vaak een betaalde baan, doen minder vrijwilligerswerk en hebben grotere kans op depressies, angststoornissen en vereenzaming. Daarnaast bestaat bij professor Jansen de indruk dat Limburgse ouders hun kinderen minder stimuleren om er uit te halen wat er in zit. Dat betekent dat veel talent onbenut blijft. Ook zijn er volgens haar grote verschillen in prestaties van scholen, die blijvende gevolgen hebben voor je verdere loopbaan. Voorts wijst ze er op dat de verdeling van rijksgeld voor onderwijs ongunstig uitpakt, omdat Limburg relatief veel leerlingen heeft die extra zorg nodig hebben. Ook het feit dat er zoveel (14%) laaggeletterden zijn in deze provincie wil niet echt helpen. Laaggeletterden zijn minder gezond.
Een leven lang leren en investeren in kenniseconomie
Limburg moet om die reden investeren in innovaties in het onderwijs, vindt Jansen. ,,De regio investeert hier nog beslist onvoldoende in. Een leven lang leren moet het uitgangspunt worden.”
Verder stelt ze dat werk een goed medicijn is. ,,De medicinale werking van arbeid zit in fysieke en geestelijke stimulatie, gezonder gedrag, ontplooiing, ontwikkeling, contact, een verhoogde sociale status, inkomen en andere materiële omstandigheden.” Limburg moet volgens haar investeren in de kenniseconomie en hoogopgeleiden. Hierdoor ontstaan vanzelf ook werkplekken voor lager opgeleide mensen.
Samen aan zet
Gedeputeerde Marleen van Rijnsbergen is blij met het rapport. ,,Niet alles is nieuw, maar we hebben nu wel een totaalbeeld. Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte. Gezondheidsproblemen zijn niet altijd op te lossen met medische zorg. Ook op andere terreinen moet er wat gebeuren. Het advies sluit dan ook aan bij wat we al voorstaan, namelijk gezondheid ook koppelen aan andere beleidsterreinen. Dit advies onderstreept dan ook het belang van onze sociale agenda waarin we verbindingen gaan leggen tussen sociale innovatie, eigen kracht en werk. De Provincie en de burger zijn samen aan zet. Overigens hoeft de regio niet vanaf ‘nul’ te beginnen. Er gebeurt al veel in Limburg, denk bijvoorbeeld aan de campusinitiatieven en de Kennis-As projecten. De banen die hierdoor ontstaan zijn niet alleen goed voor de economie, maar ook voor de gezondheid.”
De rapportage wordt op vrijdag 18 september in de commissie Cultuur en Samenleving besproken. Klik hier (pdf, 644 KB) voor de voorlopige rapportage.